Decennia lang hebben voedingsrichtlijnen gewaarschuwd tegen vetrijke zuivelproducten vanwege het waargenomen verband met hartziekten. Een grootschalig onderzoek gepubliceerd in Neurology onthult echter een verrassend verband: een matige consumptie van vetrijke kaas en room kan het risico op dementie zelfs verminderen.

Het onverwachte verband tussen vet en hersenfunctie

Onderzoekers van de Universiteit van Lund in Zweden analyseerden gegevens van bijna 28.000 volwassenen over een periode van 25 jaar en ontdekten dat degenen die regelmatig dikke kaas consumeerden (meer dan 20% vet) een 13% lager risico hadden op het ontwikkelen van dementie vergeleken met degenen die weinig of geen kaas aten. Het voordeel was vooral uitgesproken bij vasculaire dementie, een aandoening die wordt veroorzaakt door een verminderde bloedtoevoer naar de hersenen, met een 29% vermindering van het risico bij vetrijke kaaseters.

Uit het onderzoek bleek ook dat zware slagroom, indien dagelijks geconsumeerd (ongeveer 1,4 eetlepels), verband hield met een 16% lagere kans op het ontwikkelen van dementie. Dit is het eerste onderzoek naar crème in relatie tot dementie.

Waarom vetrijke zuivel anders kan zijn

De bevindingen dagen de conventionele wijsheid over verzadigd vet uit, dat vaak wordt gedemoniseerd als universeel schadelijk. Auriel Willette, PhD, van Rutgers Health, merkt op dat het lichaam verzadigde vetten verschillend kan verwerken, afhankelijk van de bron ervan. Kaas en room bevatten vitamines, eiwitten en mineralen die de gebruikelijke risico’s van verzadigd vet kunnen compenseren – in tegenstelling tot bewerkt vlees zoals spek.

Dit roept een belangrijke vraag op: waarom lijken sommige verzadigde vetten schadelijker dan andere? Het antwoord zou kunnen liggen in de complexe manieren waarop ons lichaam vet uit onbewerkte voedingsmiddelen metaboliseert in vergelijking met bewerkte bronnen.

Bestudeer kanttekeningen en context

Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, waarschuwen onderzoekers en andere deskundigen voor drastische veranderingen in het voedingspatroon. Het onderzoek was gebaseerd op zelfgerapporteerde voedingsgegevens die pas in het begin werden verzameld, wat betekent dat de eetgewoonten in de loop van de 25 jaar durende follow-upperiode kunnen zijn veranderd. De deelnemers kwamen ook uitsluitend uit Zweden, wat vragen oproept over de vraag of de bevindingen van toepassing zijn op andere populaties.

Leefstijlfactoren zoals lichaamsbeweging en lichaamsgewicht kunnen ook een rol spelen. Personen die vetrijke zuivelproducten eten, zijn doorgaans ook over het algemeen gezonder, waardoor het moeilijk wordt om het effect van de vetinname alleen te isoleren.

Conclusie

De studie pleit niet voor een onbeperkte consumptie van vetrijke zuivelproducten. In plaats daarvan suggereert het dat deze voedingsmiddelen misschien niet zo schadelijk zijn als eerder werd gedacht – en zelfs enige bescherming tegen dementie zouden kunnen bieden als ze met mate worden gegeten. Verder onderzoek is nodig om deze bevindingen te bevestigen en de onderliggende mechanismen te begrijpen, maar de resultaten dagen lang bestaande aannames over verzadigd vet en de impact ervan op de gezondheid van de hersenen uit.